Kerst 1906.
James Edward Hutton Freeman (9) zit onder de met kaarsen verlichte kerstboom in de woonkamer van The Old Dairy Farm, een landhuis in Edenbridge. Op zijn schoot ligt het cadeau dat zijn moeder Edith hem net in handen stak. Hij wacht even, scheurt het papier dan ongeduldig en gretig kapot en haalt een groot, dik boek met gouden letters tevoorschijn.
Peter Pan in Kensington Gardens
By J.M. Barrie
Illustrated by Arthur Rackham
Het boek is pas verschenen.
James slaat het open, ziet het vertrouwde ex-librisetiket van zijn ouders, en leest de inscriptie van zijn moeder. En dan doorbladert hij het boek. De prachtige platen van Arthur Rackham – wel 50 stuks – trekken het meest zijn aandacht. Ze zitten gebundeld achterin het boek, apart gekleefd op dik karton, en gescheiden door zijdepapier waarop een toepasselijk citaat uit het boek staat.
De volgende dagen zal hij het boek lezen. Misschien zal Edith hem op gang helpen en leest ze stukken aan hem voor. Misschien leest James het hele verhaal zelf. Over de kinderen die spelen in Kensington Gardens, en die hele verborgen wereld vol feeën en die ene vreemde kleine jongen die Peter Pan heet. Een jongen die kan vliegen.
Acht jaar later breekt de Grote Oorlog uit.
James gaat studeren aan Radley College in Oxford. Maar dan besluit hij dat er andere prioriteiten zijn en wordt hij, zoals zoveel andere tienerjongens, soldaat. Niet zomaar een soldaat, James wordt vliegenier.
In maart 1916 overleeft hij op miraculeuze wijze een vliegtuigcrash. Maar een maand later, op 24 april, loopt het anders: zijn vliegtuig stort neer boven de Vlaamse Velden.
James Edward Hutton Freeman sterft op 19-jarige leeftijd.
En nu ligt zijn boek bij mij.
Een eerste druk, die ik kocht van een particulier in Engeland die er niet eens gek veel geld voor vroeg. De ex-libris had ik eerst niet opgemerkt. Ik was te zeer benomen door de prachtige platen van Arthur Rackham, door de poëtische tekst van Barrie. Tot ik op het idee kwam de namen en de plaats op de ex-libris te googelen. Mijn zoektocht bracht me naar de site van het Lijssenthoek Military Cemetery in Poperinge. Daar ligt James begraven.
Het verhaal achter het verhaal heeft me aangegrepen.
Ik denk dat ik James binnenkort een bezoekje breng.
En bloemen.
En een briefje misschien.
Hij mag weten dat ik zijn boek zal koesteren.
Ontroerend!