Liefde en leed is van alle tijden. Net als de drang om ons te verbinden. Maar meer relaties dan ooit lopen stuk. Hoe komt dat? Drie deskundigen vertellen over valkuilen, prioriteiten, snelheid, vertrouwen. En over liefde en geluk natuurlijk. Want van pessimisme willen ze niet horen.
Een tijdje terug liep een van de meest verrassende en ongewone liefdesfilms van de afgelopen jaren in de zalen: ‘Her’. Het verhaal speelt zich in de niet eens zo verre toekomst af. Theodore (Joaquin Phoenix) is een eenzame man, die worstelt met een echtscheiding. Hij besluit zich een OS1 aan te schaffen, het allereerste intelligente besturingssysteem ter wereld. Een systeem dat niet alleen intelligent is, maar ook een eigen bewustzijn heeft. Theodore’s OS1 wordt gepersonaliseerd als vrouw: Samantha (de stem van Scarlett Johansson). Beetje bij beetje worden Theodore en Samantha op elkaar verliefd. Dat mag bizar klinken, maar het geleidelijke ontwaken van hun gevoelens voor elkaar wordt zo ontroerend en universeel herkenbaar in beeld gebracht dat je het hele verhaal vanzelf gaat geloven. Wanneer de prille liefde strandt op de onmogelijkheid hun twee werelden te verenigen, kan de toeschouwer niet anders dan meevoelen met de pijn van Theodore.
Liefdespijn is van alle tijden, zeldzaam – en in zekere zin te beklagen – zijn zij die het nooit meegemaakt hebben. Maar hoe universeel liefde als gevoel ook mag zijn, de praktische vertaling ervan – de relatie tussen twee mensen – is dat veel minder. Of zoals professor en psychiater Dirk De Wachter zegt: ‘Liefde is altijd problematisch geweest, dat is niet nieuw. Ook leed is niet nieuw. Het heeft altijd bestaan. In het hypocriete tijdperk, vroeger dus, bleef het grotendeels binnenskamers. Maar nu moet alles hypertransparant zijn. Sommige mensen zetten zelfs hun ruzies op Facebook.’
Maar wat is er dan veranderd? Wat maakt dat relaties zoveel meer onder druk staan dan vijftig jaar geleden? Voor welke moderne relatiedoders moeten we beducht zijn?
‘Allemaal de schuld van het feminisme!’ hoorde ik een oudere man onlangs schamperen. Want vrouwen nemen geen genoegen meer met de rol van liefhebbende echtgenote en moeder alleen. Want, denken we er tussen haakjes bij, vrouwen zijn ook veel minder economisch afhankelijk van hun mannen dan vroeger. Ze hoeven zich niet langer te laten gijzelen in een ongelukkig huwelijk, alleen maar omwille van de centen.
Het is een voor de hand liggende bedenking, waar relatiedeskundige Rika Ponnet meteen nuance bij voorziet: ‘Dat verhaal over die arme ondergeschikte schaapjes van vrouwen is een eenzijdige kijk op de werkelijkheid. In de intimiteit van de gezinnen waren de rollen ook soms omgekeerd. Er waren bijzonder dominante vrouwen aan wie de man zijn volledige loon moest afgeven, waarna moeder de vrouw hem wat zakgeld gaf. De waarheid is dat ook mannen niet zomaar konden vertrekken. Je zult maar een zware fabrieksjob gehad hebben en zes kinderen voor wie moest gezorgd worden. Ook voor zulke mannen was weglopen geen optie.’
‘Het klopt dat we ons niet meer laten binden door economische afhankelijkheid,’ zegt Dirk De Wachter. ‘We hebben in deze tijd de luxe dat we onze partner kunnen verlaten. Het nadeel is dat er soms heel impulsief gereageerd wordt. En door die impulsiviteit veroorzaken we vaak veel leed. Ondanks alle mogelijkheden, ondanks alle materiële genot, slagen we er blijkbaar niet in content te zijn met wat er is. We hebben het nog nooit zo goed gehad, en tegelijk doen we het zélf helemaal niet goed. Pijnlijke echtscheidingen, die iedereen ongelukkig maken, ook de kinderen: ik zie ze jammer genoeg te vaak in mijn praktijk.
Facebook als spelbreker?
Het brengt Rika Ponnet meteen bij de drie grote domeinen waarop koppels elkaar bevechten. De domeinen die écht belangrijk zijn, en waarin ze elkaar in tijden van relatiecrisis pijn proberen te doen: geld, kinderen en seks. Seks tussen partners, maar ook seks die buiten de lijntjes kleurt: overspel. Net als liefde van alle tijden, jazeker. Alleen is het misschien iets makkelijker geworden.
Even graven in mijn eigen omgeving en ik denk meteen aan oude liefdes die weer opvlammen, oppervlakkig en op het eerste oog onschuldig geflirt dat uitmondt in een stomende affaire, en ten slotte een huwelijk dat op de klippen loopt wanneer een band met een volslagen onbekende de allures van een nieuwe liefde begint te krijgen. Het kanaal is het even gezellige als bijwijlen ergerlijke Facebook, waar wereldwijd inmiddels 1,35 miljard mensen gebruik van maken.
Rika Ponnet: ‘Facebook kan een spelbreker zijn, dat klopt. De Iphone soms ook. Als je van de twee uren die je samen op restaurant zit als koppel anderhalf uur met je Iphone bezig bent, dan is er iets mis. Lijfelijk aanwezig zijn, terwijl je hoofd elders zit: het lijkt me geen goed idee. Maar ik wil het internet niet problematiseren. Je kunt er op een goede en op een foute manier gebruik van maken. Wie dat wil, kan het als vluchtroute gebruiken. Maar de kanalen zeggen ons niets over het waarom van overspel. En aan de grond van de zaak is er in de loop van de jaren weinig veranderd. Bedrog is gemakkelijker geworden. Vroeger moest je er veel meer moeite voor doen. Maar de basis blijft: als de behoefte aan bedrog er niet is, dan doe je het niet, hoe gemakkelijk de kanalen er zich ook toe lenen.’
Ze illustreert haar verhaal met een anekdote over een gesprek dat ze met twee mannen had, los van elkaar. ‘De ene man was een weduwnaar, die een goed huwelijk achter de rug had. Hij vertelde me dat hij altijd wel naar vrouwen gekeken had, oog had voor hun schoonheid, maar dat hij ze tegelijk eerder als mensen zag dan als seksueel wezen. Toen zijn vrouw overleed, kostte het hem enige moeite om de knop om te draaien en vrouwen opnieuw als mogelijke partners te bekijken. De andere man was een stuk jonger, gescheiden, een flamboyant kunstzinnig type, iemand van wie je zou denken dat hij elke vrouw kan krijgen. Maar ook hij vertelde dat verhaal over hoe hij vrouwen als mensen bekeek, zolang hij in een relatie zat. Dat hield bij geen van beiden een moreel oordeel in, en ook ik wil daar geen oordeel over vellen. Je kunt alleen maar vaststellen dat sommigen dat van nature in zich hebben.’
Is het dan een kwestie van relatietalent?
‘Sommige mensen verliezen zich gemakkelijk op zijpaden, waardoor de relatie erodeert,’ zegt Rika Ponnet. ‘Een andere groep weet onbewust op welke manier ze hun eigen behoeften moeten afstemmen op die van de ander, wat ze moeten doen om een relatie goed te houden. Dat wel of niet zien, heeft vaak te maken met wat we van thuis uit meegekregen hebben.’
Let’s talk about sex
We hadden het al eerder over het effect van het feminisme, in de schampere woorden van de oudere man. Maar ook Sybille Vanweehaeghe, relatietherapeute en seksuologe, verwijst in haar verhaal naar een laat effect van datzelfde feminisme, waaraan we in wezen veel te danken hebben. Iets dat zich pas nu laat gevoelen onder jonge meisjes en vrouwen. ‘Voor het eerst merk ik dat achttienjarige meisjes het met elkaar in alle openheid over seks durven te hebben. Op zich is dat goed. Vroeger was praten over seks iets wat alleen jongens en mannen deden.’
Maar aan die nieuwe openheid onder jonge vrouwen zit een keerzijde. Een keerzijde, die meteen herinneringen oproept aan de populaire vrouwenreeks ‘Sex and the City’: Carrie Bradshaw en haar drie vriendinnen, die zich aflevering na aflevering vrolijk maken over hun tijdelijke minnaars. Het kleine pietje, de man die niet mag tongzoenen na orale seks, de jongen die al klaarkomt van zodra er vrouwenvingers in de buurt komen: ze moeten er allemaal aan geloven. Grappig en pittig in scène gezet, maar tegelijk o zo genadeloos.
Sybille Vanweehaeghe beaamt: ‘Jonge vrouwen zijn vandaag veel beter op de hoogte van wat allemaal mogelijk is, en verwachten dat een man goed is in bed. Dat gaat ver. De laatste tijd hoor ik bijvoorbeeld steeds vaker dat vrouwen het een breekpunt vinden als een man systematisch te vroeg klaarkomt. Vrouwen zijn eisender geworden op dat vlak. Het feit dat ze, veel meer dan vroeger, de seks in verschillende relaties kunnen vergelijken, speelt daarin natuurlijk een rol.’
Dat zo’n eisende vrouw voor een man niet altijd even fijn is, ligt voor de hand.
‘Onder therapeuten hebben wij het soms over ‘de castrerende vrouw’,’ zegt Sybille Vanweehaeghe. ‘Dat klinkt hard, maar het effect van die strenge eisen is ook hard. Je hoeft maar een paar keer op rij tegen een man te zeggen dat hij er niet veel van bakt in bed, en hij wordt dermate onzeker dat het op dat vlak écht helemaal mis dreigt te lopen.’
Te snel, te veel
Misschien is onze startpositie ook wel bepalend voor de slaagkansen van een relatie. En de druk die we om ons heen voelen. Toegegeven: van het meelijwekkende stigma van de oude vrijster mogen we dan wel verlost zijn en Knack Weekend mag de single in 2014 dan wel uitgeroepen hebben tot mens van het jaar, toch blijft het alleen-zijn vaak knagen. Mensen blijven de aloude drang voelen zich te verbinden met een ander wezen. Maar dat verbinden gebeurt soms halfhartig en zeer voorwaardelijk.
Rika Ponnet: ‘Sommige relaties kennen daardoor alleen al een moeilijke start. Neem nu het geval van een vrouw van 32, die het gevoel heeft dat ze, wil ze erbij horen, een partner moet nemen en kinderen krijgen. Van bij het begin knaagt de twijfel al aan haar, en dat zal ook doorschemeren in de manier waarop ze haar partner kiest: misschien valt ze daardoor op een man die moeite heeft om zich te binden.’
‘We willen te snel te veel, en dat zorgt soms voor problemen,’ vindt Sybille Vanweehaeghe. ‘Twee generaties geleden gingen we er nog vanuit dat de dingen tijd nodig hebben. Dat je na een scheiding of na het overlijden van je partner ruimte moest laten voor rouw en verwerking. Ik ga ervan uit dat je minimum twee jaar nodig hebt om het verlies van een partner te verwerken. Nu moet zelfs dat razendsnel gaan. De scheiding is vers, de kinderen liggen in bed, en daar lonken de datingsites met honderden potentiële nieuwe partners. En dan moet alles ineens snel gaan. Je gaat samen op café, en je taxeert elkaar meteen als mogelijke partner. Je groeit niet geleidelijk aan in de richting van een relatie, naarmate je elkaar beter leert kennen. Veel van de relaties die daaruit voortkomen, duren niet langer dan enkele maanden. Het valt veel mensen vaak moeilijker om zich, vanuit het mislukken van vorige relaties, ten volle te engageren.’
Prioriteitenlijstje
Snelheid is een woord dat wel vaker valt. We hebben te veel haast. Sybille Vanweehaeghe maakt het concreet met een verhaal over wat we misschien baksteenongeduld kunnen noemen. ‘Jonge mensen van vandaag zijn vrij materialistisch opgevoed. Huren wordt als nutteloos en als weggegooid geld gezien, je moet meteen een huis of appartement kunnen kopen. Maar dat betekent wel dat een heleboel jonge twintigers zich ‘vastzetten’, vaak al voordat ze een duurzame relatie hebben. Het maakt de dingen alweer een stuk ingewikkelder, want wie zal zijn eigen woonst willen opgeven op het moment dat ze dan toch iemand vinden waarmee ze verder willen? Ik zeg het graag tegen jonge mensen: wees toch eens geduldig, huur wat langer, neem je tijd om ontdekkingen te doen.’
Maar nog belangrijker dan de snelheid op zich, is misschien wel datgene wat eronder zit: de tijd die aan zoveel dingen opgaat, behalve aan de relatie. En daarin is er vooral bij de vrouwen iets veranderd.
‘Relaties stonden altijd hoog op het prioriteitenlijstje van vrouwen, terwijl dat bij mannen iets minder het geval was,’ stelt Rika Ponnet vast. ‘Intussen hebben de vrouwen relaties ook iets lager gerangschikt. Vrijheid is ons hoogste goed geworden. Maar in onze drang naar individuele vrijheid botsen we op de grenzen van wat gezond is voor ons.’
Het verhaal dat ze aansluitend ter illustratie vertelt, is wellicht zeer herkenbaar voor wie studerende kinderen heeft. ‘Vorige week sprak ik met een man over zijn 18-jarige dochter, die de kans kreeg om een jaar in het buitenland te verblijven. Het vriendje van dat meisje had het blijkbaar moeilijk met dat vooruitzicht, maar je kent het cliché dat iedereen dan weer bovenhaalt: ‘Ach, als je relatie goed genoeg is, dan overleeft ze dat wel.’ De jongen vroeg of hij af en toe bij die man mocht langsgaan, om de connectie met zijn dochter op die manier warm te houden, maar die vond dat een vreemd verzoek. Ik vond dat bijna pijnlijk om te horen. Welke boodschap geven we onze kinderen op die manier? Het valt me meer dan ooit op: wie het relationele zeer belangrijk vindt, wordt als zwak en afhankelijk bekeken. Ik vind dat een kwalijke trend. We moeten weer bereid zijn prioriteit te geven aan relaties.’
Ook Sybille Vanweehaeghe legt de vinger op dezelfde zere plek: ‘We maken te weinig tijd voor onze relaties. Maar blijkbaar lukt het wél om tijd vrij te maken voor de sportclub, voor één of andere vorm van engagement. De communicatie in relaties laat vaak te wensen over, en ook de seks gaat daar vroeg of laat onder lijden. En zeggen dat het zo heilzaam kan zijn. Seks als goedmakertje na ruzies werkt bijvoorbeeld echt. Het verzacht en relativeert veel.’
Privacydrang
Een goede relatie veronderstelt een respectvolle en open communicatie. Om open te durven communiceren, moeten we ons veilig voelen bij onze partner. En veilig kunnen we ons pas voelen als we elkaar vertrouwen. Maar ook daar is er een kaper op de kust, constateert Sybille Vanweehaeghe.
‘We staan vandaag sterk op onze privacy, ook op onze individuele privacy binnen een relatie. Dit is mijn Facebookaccount, het zijn mijn mails en het is mijn gsm. Dat mevrouw de bellende gsm van mijnheer even aanneemt, omdat hij op dat moment net staat te koken, lijkt me nochtans niet meer dan normaal. Het verbijstert me hoe vaak het dondert in de hoofden van de mensen, als ik ze zoiets vertel. Is het niet normaal dat zulke dingen moeten kunnen als je elkaar vertrouwt? De privacydrang is zo sterk dat hij het gevoel van verbondenheid in relaties soms ondermijnt.’
Privacy en vrijheid voor alles dus. Het is een behoefte die haaks lijkt te staan op onze verwachtingen. Want we willen liefst niet te veel geven, en toch behoorlijk veel krijgen.
Rika Ponnet: ‘Er worden soms flink hoge verwachtingen gekoesterd in relatieland. Wat we vroeger in relaties met verschillende mensen rondom ons zochten en vonden, willen we nu verenigd zien in die ene partner: seks, diepe vriendschap, economische veiligheid, leuke gesprekken en zoveel meer. Doordat vroeger onze verwachtingen lager waren, was de druk op relaties minder groot. Ons sociaal netwerk was sterker. Vandaag leven we veel meer sociaal geïsoleerd dan vroeger. Bij vrienden loop je niet zomaar naar binnen, je maakt een afspraak als je elkaar wil zien.’
Geboren om te verbinden
‘Het valt me op dat we tegenwoordig in economische termen spreken over een relatie,’ bedenkt Rika Ponnet. ‘We hebben een partner, we moeten investeren in onze relatie. Maar het is heus geen economische kracht die ons voortstuwt in het leven. We zijn geboren om ons te verbinden. Dat is de sterkste drijfveer van de mens, dat is de belangrijkste evolutionaire kracht. En toch blijft alles draaien rond onze zelfontplooiing. Vreemd genoeg zien we die zelfontplooiing zelden of nooit in de context van een relatie. Maar weet je, als we het dan toch in economische termen over een relatie moeten hebben, laten we het dan goed doen: we moeten ondernemers zijn in ons relationele leven. Geen enkele ondernemer zal aarzelend aan de start komen, bedenkingen maken als ‘oei, zal dit wel lukken?’ Een echte ondernemer beseft dat ondernemerschap inhoudt dat je risico’s moet durven te nemen. Hij zal zich helemaal geven, alles op alles zetten om zijn project te doen slagen.’
Meer liefde, meer geluk
Maken we er dan echt met zijn allen een boeltje van? Leven we in het tijdperk van de relationele knoeiers? Wel, neen. Er is reden tot optimisme, vinden onze drie deskundigen.
Sybille Vanweehaeghe ziet het tij keren, en dat reflecteert zich ook in tv-programma’s: ‘Een tijdlang zagen we redelijk exuberante dingen op de televisie als het over seks en relaties ging. Een programma als ‘Spuiten en slikken’ was niet bepaald doorsnee. Wie behoefte had rechttoe rechtaan informatie, bleef een beetje op zijn honger zitten. Maar dat is de laatste tijd aan het veranderen. Voor het eerst zie ik op Vlaamse zenders aandacht voor relaties en seksualiteit. Neem nu ‘Alle dagen seks’, waarin je ziet hoe een koppel dat het spoor bijster is geraakt naar elkaar door vrijen op commando een nieuwe taal vindt om met elkaar te communiceren. Stap voor stap, met intensieve coaching, proberen ze zo hun relatie opnieuw goed te krijgen.’
Rika Ponnet maakt de rekensom en stelt vast dat we nu meer kans hebben om in ons leven gelukkige relatiejaren te kennen dan vroeger, simpelweg omdat we een eind kunnen maken aan ongelukkige relaties. ‘Ik zie vandaag evenveel goede relaties als vroeger. Ik zie ook minder relaties die blijven duren. Want van al die koppels die vroeger bij elkaar bleven, was een deel doodongelukkig. Noem je zoiets een achteruitgang, of juist een vooruitgang? Laten we vooral wegblijven van het cultuurpessimisme.’
We moeten heus niet terug naar hoe het vroeger was, toen ongelukkige relaties bleven duren en duren, vindt ook Dirk De Wachter. ‘Is deze tijd zo slecht? Ik geloof het niet. Maar we moeten wel de pijnpunten onder ogen zien. We zijn te sterk op onszelf teruggeplooid, mannen én vrouwen. We linken individueel geluk aan persoonlijk succes, en we verliezen daarbij de waarde van verbondenheid en gehechtheid uit het oog. Een stapje terugzetten voor een ander, voor je partner, is voor veel mensen een heel moeilijke oefening. Maar laten we ook dit niet uit het oog verliezen: vroeger waren relaties stabieler, maar dat betekent niet noodzakelijk dat er meer liefde was. Nu zijn relaties onstabieler, maar ze zijn gemiddeld wel liefdevoller.’
‘Mag ik ten slotte benadrukken dat ik niet pessimistisch ben? Ik zie steeds meer twintigers die hard hun best doen op relationeel vlak. Ze zien hoe het bij de generatie voor hen vaak fout gelopen is, en ze zijn bereid fris en onbevangen na te denken over hoe zij het anders en beter kunnen doen. De doelstelling moet niet zijn de duurtijd van een huwelijk re rekken. De enige doelstelling is een goed leven voor de mensen, kinderen inbegrepen. Beter leren omgaan met echtscheidingen maakt daar deel van uit. En opnieuw tijd maken voor elkaar, vooral dat.’
(verschenen in Feeling – april 2015)