Een ontwapenend grappige en slimme feministe, dat is Caitlin Moran ten voeten uit. In haar boek ‘How to be a woman’ schetst ze haar kijk op vrouwelijkheid, aan de hand van haar eigen levensverhaal. Stout, goudeerlijk en met veel gevoel voor zelfrelativering. Eén ding staat vast: wie een vagina heeft en er ook iets over te zeggen wil hebben, kan niet anders dan een feministe zijn.
Het eerste wat ik er spontaan uitflap wanneer ik Caitlin Moran de hand schud, is dat ik me tijdens het lezen van haar boek zo bloody normal voelde. Niet meteen een standaard-openingsvraag van een interview met een schrijver, maar daar tilt ze niet aan. ‘Why thank you, darling! Dat hoor ik van zo veel vrouwen’, zegt ze met een ontwapenende glimlach. ‘Is het niet veelzeggend dat we ons opgelucht voelen omdat we normaal schijnen te zijn?’
En dan volgt een niet te stuiten, enthousiaste vloed aan verhalen en ideeën. Eerst moet ze kwijt dat ze net op stap is geweest met twee reporters van het Nederlandse tv-programma De wereld draait door, die haar hun penis lieten zien, zomaar op een brug in Amsterdam. Eentje met en eentje zonder haar – geef haar maar de eerste. Ze is een schaamhaarfan, wat ze overigens ook in haar boek met veel brio duidelijk maakt. ‘Vaginaretro’ noemt ze zichzelf. En ze fulmineert tegen de kale-kutjesmode: ‘Krijg de PEST, pornografische-zeden-die-hun-weg-hebben-gevonden-in-mijn-onderbroek. KRIJG DE PEST.’ Tijdens het gesprek snoept ze kaas, trekt ze af en toe haar ene knie tot tegen haar kin, haalt ze haar vingers door het haar om er de knopen uit te trekken, vloekt en lacht ze. Daar gaan we: negen keer Caitlin Moran over vrouw-zijn.
1. OVER EERLIJKHEID
‘Vrouwen zijn niet eerlijk tegen elkaar. We liegen over veel dingen, of we zwijgen erover. Tenzij we heel veel gedronken hebben (lacht). Nee hoor, we masturberen niet of nauwelijks. We hebben geen abortussen. En de dag waarop ons kind geboren wordt, is de mooiste dag van ons leven. Dat ik in mijn boek onverbloemd vertel over mijn ervaringen met masturbatie, menstruatie, abortus, bevallen en zoveel meer, noemt men revolutionair en verbijsterend. Dat zegt veel over hoe vrouwen over zichzelf denken. Veel dingen die essentieel zijn voor ons vrouw-zijn houden we geheim. En de belangrijkste reden daarvoor is schaamte. We schamen ons omdat we normaal zijn. En vaak worden we ervoor gestraft. Het hoort niet.’
‘Ik heb al mijn schaamte opgebruikt voor mijn achttiende. Toen ik jong was, geneerde ik me voor alles. Tot ik begon te zien dat datgene waar ik me voor schaamde fascinerend was in al zijn normaalheid. Ik begon te schrijven over dingen waarover niemand ooit eerder had geschreven. Dat is een groot voorrecht voor een schrijver. Toen ik in mijn column in The Times voor het eerst vertelde over mijn abortus, kreeg ik een reactie van een beroemde feministe: zij had nooit de moed gevonden om zo eerlijk over haar abortus te schrijven. Ze was bang. Maar als iedereen veel opener en eerlijker zou vertellen, dan zou iets als abortus ruimer aanvaard worden en zou men ook stoppen met vrouwen schuldgevoelens aan te praten.’
2. OVER SEKSISME
‘Voor de tweede feministische golf was er sprake van expliciet seksisme. Het was duidelijk, het hoorde erbij, we hadden er vrede mee. Een rotsituatie, eigenlijk. Het seksisme van vandaag is veel subtieler, en daardoor ook veel moeilijker te counteren. Het heeft geen zin om er meteen in te vliegen, het houdt geen steek. Het is, zoals ik in mijn boek schrijf, als een vage schimmelgeur in de gang te lijf gaan met een broodmes. Soms zie ik op Twitter dingen die me vreselijk kwaad maken, waarop ik het liefst zou reageren met: “Fuck off, seksistische klootzak!!” Maar als je domheid bevecht met woede, dan hoort niemand wat je eigenlijk wilt zeggen. Ze zullen op hun beurt met een emotie reageren op jouw emotie, en dat maakt je alleen maar zwakker. Dus adem ik diep in en uit en reageer ik als een vriendelijke, geduldige, maar strenge moeder: “Hm, dat was niet zo netjes, hè? Als je zo doorgaat, zal ik je jammer genoeg moeten blokkeren.” Dat helpt dus wel. Ik kan het iedereen aanbevelen.’
3. OVER HUMOR
‘We horen voortdurend dat vrouwen niet grappig kunnen zijn. Dat ik op een grappige manier geschreven heb over vrouw-zijn is een politieke daad op zich. Veel dingen die mannen doorgaans kunnen, kan ik niet. Ik ben fysiek niet sterk. Ik kan niet vechten. Ik ben een waardeloze ruziemaker, want ik begin snel te huilen. Maar humor heb ik wel. Het is mijn enige wapen, en dat geldt voor wel meer vrouwen. De fout die we maken is dat we grappig proberen te zijn zoals mannen grappig zijn: kort op de bal, razendsnel, zoals je in bepaalde tv-programma’s ziet. Programma’s die door en voor mannen gemaakt zijn, en waarvan mannen de spelregels bepalen. Eigenlijk leggen ze gewoon hun penis op tafel om te kijken wie de grootste heeft. Vrouwen hebben geen penis. Ik bedoel: die manier van grappen maken werkt niet voor ons.’
‘Het heeft jaren geduurd voor ik erachter was dat je als meisje niet kunt meedoen aan een jongensspelletje en winnen. Nooit! Op dat vlak ben ik een separatist geworden: meisjes moeten hun eigen spel spelen en daarin proberen uit te blinken. Daarom ben ik zo gek op Twitter. Ik kan er mijn stand-upshow opvoeren en anderen kijken toe. Ik bepaal de regels en het tempo.’
4. OVER FEMINISME
‘Het feminisme is gestold tot een discussie tussen academici. Veel vrouwen van mijn leeftijd hebben er geen idee meer van waar het over gaat. Het oogt allemaal zo serieus, zo humorloos, zo intellectueel. Daarom gaan ze er verkeerdelijk van uit dat het niets voor hen is. Maar de oorsprong van het feminisme was veel meer dan een intellectuele discussie. Het was emotie, opwinding! Revolutie, rock-‘n-roll! Dat gevoel zijn we kwijtgeraakt. Ik wil het hedendaagse feminisme opnieuw opentrekken naar kleinere, voor de hand liggende problemen die vrouwen net zo goed dwarszitten.’
‘Ik ben geen academica, ik ken de juiste termen niet, maar ik ben een voorstander van een nultolerantiebeleid voor patriarchale lulkoek. Bij alles wat anderen ons opleggen of wat we onszelf opleggen, moeten we ons afvragen: doen mannen dat ook? Stellen we dezelfde eisen aan hen? Behandelen we hen op dezelfde manier? Als dat niet zo is, dan hoort het in de categorie patriarchale lulkoek thuis, en dan moeten we er vooral hard om lachen.’
‘Ik hoop van harte dat mijn boek niet het enige grappige boek over feminisme zal blijven. Ik wil dat vrouwen ervan genieten, maar ook dat ze me tegenspreken. Zoals in de politiek of in de filosofie: laat het feminisme weer iets worden waar iederéén zich mee bemoeit. Laten we samenwerken, dan wordt het feminisme weer écht interessant.’
5. OVER FLIRTEN
‘Er zijn zo’n aantal idee-fixen waar het traditionele, strenge feminisme ons mee opgezadeld heeft. We mogen geen feeks zijn, nooit gemeen doen tegen elkaar. En we mogen vooral onze charmes niet uitspelen. We mogen, met andere woorden, niet flirten. Maar mannen doen beide: ze zijn soms gemeen tegen elkaar en ze flirten zowat de hele tijd. Alleen noemen ze het “netwerken”. Waarom zijn we toch zo streng voor elkaar en voor onszelf? Als we de hele tijd braaf en perfect zijn, komen we echt nergens. Niet iedereen moet flirten van mij, maar sommige mensen – mannen en vrouwen – zijn er goed in en doen het ook erg graag. Het maakt het leven aangenaam. Voor mijn part flirten we ons een weg naar de top.’
6. OVER PORNO
‘Iedereen verlangt, iedereen wil neuken, iedereen wil klaarkomen, daar draait het om in seks. Maar porno is niet hetzelfde als seks. Ik denk niet dat je feministe kunt zijn en tegelijk mainstreamporno verdedigen. We willen emotie zien. Oké, er zit soms emotie in porno, maar nooit de emotie die me interesseert. Ik wil verlangen zien, begeerte, lust, maar ik zie alleen maar pijn. Kijk naar de gezichten van die vrouwen die anaal gepenetreerd worden of zitten te wachten tot ze sperma in het gezicht krijgen: ik zie geen sprankel lust. Echt goede porno – geen soft, “vrouwvriendelijk” gedoe, bespaar me dat – zou zich op begeerte focussen.’
‘Ik weet niet hoe de cijfers bij jullie zijn, maar in Groot-Brittannië is porno voor 97 procent van de kinderen de voornaamste bron van seksuele voorlichting. Hun idee van goede seks is compleet vertekend: mechanisch geneuk, hogesnelheidspenetratie en demonstratief ejaculeren. Seks lijkt oorlog, gymnastiek in het beste geval. Terwijl het zo lekker ontspannend kan zijn.’
‘Als tienermeisje geraakte ik vreselijk opgewonden van de vele seksscènes in de – niet zo goed geschreven – boeken van Jilly Cooper en Jackie Collins. Een van mijn toekomstige projecten ligt in die lijn. Tegen dat ik veertig ben, wil ik sexy fictie schrijven. Grappige, mooie, goed geschreven boeken met veel expliciete seks. Ik verheug me nu al. En ik oefen volop: ik ben ontzettend goed in het sturen van vieze e-mails (lacht).’
7. OVER MUZEN
‘Overal horen, zien en lezen we wat mannen ooit gedacht en gedaan hebben. Ook over vrouwen. We zijn er zo aan gewend geraakt dat mannen over ons spreken, over ons schrijven, over ons zingen. We denken dat we anderen moeten inspireren. Soms hoor ik iets moois, en denk ik: o, iemand zou daar een liedje moeten over schrijven. Maar dan herneem ik me: verdorie, nee, ik moet daar zélf een liedje over schrijven! Dan houd ik de controle, en verdien ik er meteen ook geld aan. We denken nog te veel na over de indruk die we op anderen maken, maar we moeten gewoon dingen zelf in handen durven te nemen.’
8. OVER SCHOONHEID
‘Ik ben blij dat ik niet mooi was in mijn schooltijd. Twee meisjes op school waren echte schoonheden, alle jongens waren gek op hen. Maar als je piekt op je zeventiende, achttiende, dan voel je de nood niet meer om hard je best te doen. Ik was me er voortdurend van bewust dat mijn tienerjaren niet de beste jaren van mijn leven waren. En wat een geluk. Hoe afschuwelijk moet het zijn om, net als kindsterretjes, op die leeftijd te beseffen: beter dan dit wordt het nooit. Ik heb oprecht medelijden met de mooiste meisjes van de school. Maar indertijd haatte ik ze natuurlijk (lacht).’
‘Die dwang om er fabuleus uit te zien als vrouw hangt me de keel uit. Wat heb je eraan? Laat een perfecte vrouw een kamer binnenkomen, en alle vrouwen die er minder perfect uitzien trekken de wenkbrauwen op. De mannen in die kamer zullen zich ofwel geïntimideerd voelen, ofwel denken: haar wil ik wel neuken. In beide gevallen ontmenselijkt het. Daarom kleed ik me graag slordig (lacht). Voor fotoshoots of televisieoptredens sta ik erop mijn eigen haar en make-up te doen. Dat kost me welgeteld drie minuten. Als ze me willen restylen: pech. Mij krijg je niet meer in kleren waarin ik me niet comfortabel voel.’
‘Al moet ik bekennen dat ik niet altijd ontsnap aan de druk. Niet lang geleden heb ik me een designerhandtas van 600 pond gekocht, omdat ik nerveus was voor een groot optreden en geloofde wat modemagazines me proberen wijs te maken: dat zo’n ding me zelfvertrouwen zou geven. Het enige wat me op dat moment daadwerkelijk tot rust bracht, was naar The Beatles luisteren. Muziek in je hoofd is magisch, het is een medicijn, en het kost weinig of niets. Maar dat vertellen ze je natuurlijk niet in die magazines.’
9. MANNEN
‘Feministen willen mannen helemaal niet weg. Wat een misverstand! We willen gewoon ons deel van de wereld, niet alles. Laat mannen toch gewoon hun zin blijven doen. Ik ben geen mannenhaatster, integendeel. Maar net zoals rijke mensen soms vergeten dat het een voorrecht is rijk te zijn, vergeet een blanke, heteroseksuele man weleens dat hij in deze wereld geprivilegieerd is. Hij vindt zijn positie normaal, hij is de norm. En toch is het niet normaal dat hij zo veel macht heeft. In Groot-Brittannië wordt 78 procent van de krantenartikels door mannen geschreven, 89 procent van de radio-optredens wordt door mannen ingevuld. Voor televisie loopt dat zelfs op tot 91 procent. Ik heb nog geen enkele man horen zeggen: “Kijk eens hoeveel mannen daar nu weer zitten.” Vrouwen zien dat wel, en vinden dat niet zo normaal. We leven in een soort parallelle werkelijkheid.’
(verschenen in De Standaard Magazine op 31 maart 2012)
10. Over vagina’s.
Niet iedere vrouw heeft er een of heeft er nog steeds en. Daar heeft niemand – zelfs de meest explicitie feministe – nooit over durven schrijven. Ook Caitlin Moran niet. Er moet nog veel gebeuren voordat alle vrouwen gewaardeerd en gezien worden voor wat ze zijn.
Ik begrijp wat je bedoelt. Vrouw-zijn gaat uiteraard over veel meer dan ‘een vagina hebben’. Ik denk dat je haar uitspraak misschien als een boutade moet zien. Als een kritiek op vrouwen, die zeggen: ‘Ik ben géén feministe, maar…’
Zo heb ik het ook gelezen. Wat precies de reden is waarom ik het zo jammer vind dat dit zo vaak door vrouwen die opkomen voor vrouwen gebruikt wordt in hun teksten. Het is – deels – de reden dat in de roman waar ik aan werk een vrouw voorkomt die geen vagina heeft (door een genetisch syndroom). Iets wat in de vrouwenliteratuur voor zover ik heb kunnen uitvinden onbesproken is gelaten en in de hedendaagse geseksualiseerde samenleving een zwaar taboe is.
Interessante lectuur 🙂 !
Dank je!