Zij rent met een stapel pakjes door de winkel, struikelt, foetert op zichzelf, begint alles nijdig bijeen te rapen. En dan ziet ze plots een hand: een brede, rustige mannenhand, die haar galant een van de pakjes voorhoudt. Stomverbaasd kijkt ze op. Hun blikken kruisen elkaar en de gensters springen van het scherm. Dat ze passioneel verliefd zullen worden, weet zelfs de baby aan uw borst. Alleen zij zijn nog geheel in het ongewisse. Want wat blijkt? Van zodra ze beginnen te praten, werken ze zo hard op elkaars zenuwen dat ze de halve film zullen spenderen aan bekvechten en ergernis. Maar geen nood: het kantelmoment komt. Op het moment dat zij zich kwaad maakt bijvoorbeeld. Wanneer ze buiten zinnen is van woede en op het punt staat in een hysterische huilbui uit te barsten, valt hem ineens op hoe mooi ze is als ze kwaad is. Hij trekt haar bruusk – maar niet té – naar zich toe en kust haar kort en hevig. Na een moment van verbijstering springt zij op hem af en hapt zich wild een weg langs zijn lippen naar zijn tong.
Tijd voor seks! Of voor het gepeins na de seks, in bed. Want dat wil wel al eens tegenvallen in die romantische komedies: als het echt plezierig wordt, mogen we niet meekijken. De lakens zijn wit (geen donsdekens, want dat flatteert niet zo) en bedekken hem tot zijn middel en haar tot net onder de oksels. Als ze uit bed stapt valt het laken als een elegant gewaad om haar heen. Geen gesnok om dat ding onder de matras vandaan te krijgen, en er wordt ook niet gestruikeld. O ja, en werkelijk niemand stinkt uit de bek bij het ontwaken.
Natuurlijk moeten er hindernissen overwonnen worden. Een mooie, maar gemene rivale, die haar kans waagt en ervoor zorgt dat hij in een compromitterende situatie betrapt zal worden, bijvoorbeeld. Maar hij kan het allemaal uitleggen! Het is niet wat het lijkt! Daar gelooft zij uiteraard niets van. Even later zien we haar gedeprimeerd langs een brede rivier in een wervelende grootstad slenteren, met een liedje op de achtergrond.
Ze stort haar hart uit bij haar vrienden – enfin, vriendinnen en een homo, die perfect zou zijn als partner, ware het niet dat hij voor de mannen is. En het moet regenen, want dat maakt het dubbel zo mooi als hij haar achterna komt rennen en ze kussen elkaar door hun tranen heen. Of ze moet een taxi naar de luchthaven nemen om definitief uit zijn leven te verdwijnen, waarop hij haar net op tijd kan tegenhouden in de vertrekhal. Hij zal haar in het bijzijn van alle medereizigers zijn eeuwige liefde verklaren – ten huwelijk vragen is nog beter – en ze zullen elkaar in de armen vliegen en zoenen. De omstanders hebben uiteraard geen eigen leven en liefdes om zich zorgen over te maken, en barsten spontaan uit in een vertederd applaus. Fade out. Met een liedje op de achtergrond.
De film bestaat overigens niet. Het is niet meer dan een samenraapsel van enkele clichés die mee het grote succes uitmaken van romantische komedies.
Een echte merde, hoor, die romantische komedies. Want ze zijn slecht voor ons, zeggen Schotse wetenschappers. Wie ze vaak bekijkt, verhoogt zijn – of haar, want het zouden vooral vrouwen zijn die zwijmelen bij de Disneyversie van de liefde – geloof in voorbestemdheid. En dat betekent miserie, want die voorbestemdheid is toch maar een illusie.
Al jaren toeter ik in het rond dat ik een bloedhekel heb aan romantische komedies. Maar dat is niet helemaal eerlijk. Ik heb er een haat-liefdeverhouding mee. Telkens wanneer er eentje aangekondigd wordt, denk ik heel hard: domdomdom. Maar ik kijk gretig. Met de zapper binnen handbereik voor als het te melig wordt. Soms blijf ik hangen. Omdat de karamel superieur is in zijn soort. Dan kijk ik, en blijf ik kijken. Groundhog Day, Sleepless in Seattle, Jerry Maguire, When Harry met Sally: yes! Maar de absolute meester in het genre moet toch wel Woody Allen zijn: Annie Hall, Manhattan, The Purple Rose of Cairo, Midnight in Paris. Lichtjes verslavend zijn ze. Mijn absolute favoriet blijft echter Hannah and her Sisters. Ik tel allang niet meer hoe vaak ik deze film al gezien heb. Kijk!
Ach die wetenschappers. Volgens een onderzoek van Dr. Niall MacFarlane van de universiteit van Glasgow wordt een jonge vrouw dubbel zo aantrekkelijk gevonden onder omstandigheden die we kennen als ‘extreme sports’. Dat vond ik wel zo’n mooie dat ik zelfs overwogen heb te gaan langlaufen:) Voorbestemde liefde is er wel maar die stinken desondanks ’s uit hun bek. Het fijne aan de film is dat we daar geen last van hebben:)