Klots. Wiebel. Wieg.
Hier zit ik dan, in isolatie. Enfin, isolatie. Het is natuurlijk relatief. Dobberend op het Gentse water, tussen de oude Vismijn – nu brasserie Bord’eau – en het Vleeshuis. Om de drie minuten dendert er een tram over de Vleeshuisbrug. Ik hoor mensen praten, lachen, roepen.
Ik wiebel heen en weer, ijsbeer op en neer op de mij toebemeten zes vierkante meter, en prijs mezelf gelukkig omdat ik maar een meter zevenenvijftig groot ben. Ik kan staan.
Geen gsm.
Oké, prima. Dat zal me rust geven.
Geen computer.
Jep, ook goed. Kan ik meteen proberen af te kicken van social media en bij uitbreiding het hele internet.
Geen boeken.
Hm.
Geen gedachten van een ander.
Kan dat dan?
Wil ik dat?
Ik leef van gedachten, ik laaf me aan gedachten. Ze leveren brandstof voor alles wat ik schrijf. Misschien zal ik niet lezen over andere gedachten, maar ik zal eraan denken. Ik kan er niet niet aan denken. Gedachten zonder andere gedachten zijn zinloos, doelloos. Ze dobberen maar wat in het rond, net zoals deze boot. Terwijl ik zo graag vaar. Liefst een beetje tegen de stroom in, al mag een mens daar nu ook niet te fanatiek in zijn. Zelfs contrair zijn moet zin hebben. Anders wordt het irritant.
Ik ga op het dek zitten. Mijn dekje. Er passeert een boot tjokvol toeristen. Terwijl de gids hen vertelt over de rijke geschiedenis van het Vleeshuis, draaien zij hun hoofden en fototoestellen verrukt in mijn richting. Zeven klikken. Zo ongeveer toch. En daarna een half verlegen, welwillende glimlach om de monden. Ik glimlach terug.
Ze hadden geluk. Het bonobowijfje kwam net naar buiten.
Het fototrekken wordt een routine. Vanaf bootjes, vanaf de brug, vanaf het wandelpad langs het water. Slechts één man vraagt om mijn toestemming. Klapwiekend en wuivend vanaf de kant verheft hij zijn stem. Ik heb geen bezwaar, neen. Hij fotografeert en fotografeert en fotografeert, tot ik vind dat het welletjes geweest is en me terugtrek in de cabine.
Het houdt me gevangen, dat fotograferen. Want net zoals het niet lukt om niet te denken aan andere gedachten, lukt het me niet om spontaan en gewoon te doen als ik me bekeken weet door de ogen van een ander, die hoopt op de perfecte foto. Het is acteren. Ik betrap me op het bestudeerd slim en dromerig in het rond kijken. Ik geef de man wat hij wil. Diepzinnigheid. Al is het zo fake als de middeleeuwse torentjes op het Gravensteen.
Voorlopig vind ik geen rust.
Ik vind dat ik moet nadenken, maar mijn hart bonkt te hard en overstemt de gedachten die ik wil denken.
Onrust.
Ik moet me ontspannen.
Verdomme, Vereecken, ontspan je.
Ontspan, zeg ik je.
ONTSPAN!
Het wordt donker.
Ik lig op mijn buik en kijk door het deurraampje naar de uitdagend feestelijke lichtjes van de brasserie.
Ik denk aan verveelde collega’s, aan toeristen die nakaarten over hun dag in Gent en zich afvragen of ze een fooi moeten achterlaten en hoeveel dat dan wel moet zijn. Aan uitbundige gesprekken tussen vrienden. Aan prille liefde en geilheid. Aan uitdovende liefde en stilte, die pijnlijker wordt in een feestelijke omgeving.
Ik wil niet ruilen.
Ik sta drie dagen lang buiten de wereld. Buiten warmte en vrolijkheid.
Maar ook buiten druk, intriges, verwachtingen en illusies.
Wat een luxe.
Ik was even mee aan het dobberen daar op het water. In Nederland had je jaren geleden een radioserie waarbij schrijvers een week op een Waddeneilandje moesten doorbrengen. Wel met boeken maar zonder social media. Sommigen werden na enkele dagen gillend weggehaald. Anderen maakten het vol maar kwamen tot niets. Een enkeling maakte een bijzonder radioverslag. Een mooie opdracht voor jou. En een bijzondere uitkomst.
ik zou dit geweldig vinden alleen zou het iets warmer mogen zijn. Ik zou ook oordoppen gebruiken in het begin om me volledig te kunnen afsluiten om me te kunnen laten wiegen en wiebelen en mijn gedachten te laten vervliegen naar andere oorden, waar ik nu geen nood aan heb. Gewoon het luisteren naar je eigen harteklop en ademhaling en het wegdeinen op de kleine bewegingen van het bootje dat is pas luxe….. Dat is nog eens een experiment om te doen, alleen heb ik geen bootje om het te kunnen doen en 2 kids met noden en een echtgenoot die met z’n allen niet ‘zonder’ ‘moeder de vrouw’ kunnen zijn.
Dus mocht je vervanging nodig hebben hou ik me aanbevolen, geniet met hoofdletters en de woorden zullen allemaal wel tot jou komen om te kunnen verhalen hoe het is geweest.
@Anneke
Ja, Maartje Luif gaf me inmiddels de link door naar die radioserie. Heel boeiend om naar te luisteren.
@Martine
Elke moeder-de-vrouw zou het recht moeten hebben om soms even op een bootje te gaan zitten. 🙂